Afghanistan archeologie

stoepamesaynak

Al Jazeera herhaalde op 2 juli een uitzending van 4 januari 2016 over Mes Aynak, de boeddhistisch archeologische site in Afghanistan. De tijd die de ploeg archeologen had gekregen, tot 16 juni 2016, om bloot te leggen en zo mogelijk te verplaatsen wat aangetroffen werd was verlopen, en de afghaanse regering wil nog steeds dat contact afsluiten met het chinese bedrijf dat daar koper hoopt te kunnen mijnen.

budda-mes

Persbureau AFP liet rond 20 maart 2017 weten dat een te Mes Aynak aangetroffen nis met daarin een boeddhabeeld is overgedragen aan het nationaal museum in Kabul. Het tussen de derde en vijfde eeuw vervaardigde beeld, met paarsgekleurde kleding, werd in 2012 gevonden, en is in de loop van de tijd onder de hoede genomen van de Franse Archeologische Delegatie in Afghanistan. Het beeld heeft alle kenmerken van de Gandhára-stijl, overigens met de glimlach zoals we die verder aantreffen uit de Wei-periode van het chinese boeddhisme.

Op de foto zien we de italiaanse restauratie-expert Ermano Carbonara.

Op 26 juli 2017 lieten officials van het afghaanse nationale museum, respectievelijk Tolonews weten dat bijna 2000 artefacten uit de kopermijn nog steeds in de Logar-provincie zijn. De stukken zouden naar Kabul moeten zijn gebracht, naar een nieuw museum, maar dat museum is eind juli 2017 nog niet klaar. Tot dan toe was het ministerie van mijnen en petroleum verantwoordelijk voor de Mes Aynak-vondst. Op genoemde datum ging die verantwoordelijkheid in een kleine ceremonie over naar het ministerie van informatie en cultuur.
Het verdwijnen van de artefacten naar Kabul-centraal zal er wel voor zorgen dat de site in de toekomst minder bezoekers zal ontvangen, zo werd gemeld.

Wanneer de grote Boeddhabeelden in de Bamiyan-vlakte gebombardeerd werden, weten we tot op de dag nauwkeurig. Maar wanneer een monumentje als dat bij de Kleine Kopermijn verlaten werd is veel minder, of zelf helemaal niet bekend.
In ieder geval is het zo dat vanaf het begin van de Moghultijd in India, een rijk dat zich uitstrekte tot Kabul, in het Afghanistan van het begin van de 18de eeuw een Mughal vazalkoning regeerde.
In 1739 trekt een perzisch leger onder leiding van een zekere Nader Shah Afghanistan binnen en ruïneert alles wat op hun weg komt. Voorzover er nog een boeddhistische aanwezigheid in dat land was, en zeker is dat zo geweest rond de Khyber-pas, dan was dit het eindpunt van deze boeddhistische reis.
Een historicus als William Dalrymple (The Anarchy, p.41 e.v.) stelt dat in genoemd jaar het Moghultijdperk in wat we nu Serindia noemen eindigde, en het Perzische begon — totaan de Britse overname, waar dan in de twintigste eeuw een einde aan kwam. Opmerkelijk is dat een ambtenaar van de nederlandse VOC die in 1739 in Delhi verbleef berichten schreef over Nader Shah en zijn veroveringstocht.

De taliban, zo schrijft Francesca Aton van ArtNews op 11 april 2023, heeft het groene licht gegeven voor het behoud van de restanten van het stoepatje te Mes Aynak.
De Aga Khan Trust for Culture, via een zwitserse instelling met de naam Aliph, gaat, zo werd op die dag bekend, $1 miljoen besteden aan het restaureren van “meer dan 50 sites te Mes Aynak”. Het gaat dan om “stoepas, standbeelden, muren en vloerschilderingen”. Er wordt, zo vervolgde het bericht, ook nagedacht over het verplaatsen van verschillende artefacten.
We hebben hier in het verleden niet ten onrechte de loftrompet gestoken over de initiatieven onder de naam van de Aga Khan.
(Aliph of alif is de eerste letter van het arabische alfabet.)

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s